Geloof niet wat u op het internet leest. “We zien brouwen als een hobby en niet als een broodwinning”, poneren de stichters op hun website. Maar dat is een schromelijke verdraaiing van de werkelijkheid.
Wat begon als een passioneel avontuur in 1994 groeide onder impuls van Nino Bacelle en Guido Devos uit tot een successtory met enkele merkwaardige details, zoals het feit dat dit Vlaamse duo besloot om hun brouwerij uit te bouwen in Wallonië (Dottenijs). Bier Grand Cru wilde weten wat het geheim is achter de brouwerij van de ‘Guldenberg’, door de New York Times een van de beste “karakterbieren” van de wereld genoemd.
“Ja, dat amateurisme is eruit”, bevestigt Nino Bacelle. “We zijn volop bezig een nieuwe website te maken. De brouwerij is een voltijdse bezigheid geworden, om het zacht uit te drukken. Dat is al zo vanaf 2011. Sindsdien zijn we gegroeid van ongeveer 2.000 hl naar 5.000 hl per jaar. We hebben intussen ook 4 voltijdse krachten moeten aanwerven. Niet ongewoon als je op één jaar tijd groeit met zowat 40%.”
Ook wie De Ranke enkel kent van zijn ‘Guldenberg’ hinkt wat achterop. Het productiegamma werd intussen uitgebreid tot 9 bieren. Bacelle: “De laatste twee telgen zijn de ‘Saison de Dottignies’, uitgeroepen in 2014 tot beste Saison-bier van Wallonie, en de ‘XXX Bitter’ die in 2013 werd gecreëerd op vraag van klanten in de Verendigde Staten. Het laatste bier is gemaakt met 50% meer hopbellen dan de oorspronkelijke ‘XX Bitter’. Door de grotere toevoeging in de aromafase verandert het bitterprofiel, maar het vreemde is wel dat de mensen de indruk krijgen dat het bier minder bitter is dan de normale ‘XXB’, hoewel de helft meer hop wordt gebruikt.”
“Met hopbellen werken is geen sinecure. Maar voor het aroma is het van kapitaal belang.”
Nino bacelle
Van die hopbellen heeft De Ranke zijn handelsmerk gemaakt. De initiatiefnemers hechten er enorm veel belang aan. Waarom? “Bier gemaakt met echte hopbellen onderscheidt zich door zijn aromaprofiel”, aldus Bacelle. “Hopbellen of hopbloemen, zoals men wil, hebben slechts twee bewerkingen ondergaan: drogen en lichtpersen. Op die manier blijven meer aromatische oliën bewaard. Bij industriële bieren met weinig hopbitterheid speelt dit nauwelijks een rol, daar kan men net zo goed pellets gebruiken, maar voor ons is het aroma van kapitaal belang. Daarmee maken we het onszelf niet gemakkelijk, moet je weten. Hopbellen bewaren in optima forma is vrij moeilijk en delicaat. In feite moeten ze heel koel bij een constante 0°C worden opgeslagen. Het gebruik van hopbellen brengt ook een pak extra werk mee in de brouwerij. Tussen twee brouwsessies moeten we gemiddeld 300 kg hopafval uit de kookketels halen. Geen sinecure.”
Die hop is op de koop toe Belgisch, naar verluidt. Bacelle: “Ja, dat verhaal klopt. Onze hop is afkomstig uit de omgeving van Poperinge. 90% wordt gekocht in bellen, 10% in pellets om op het einde van het brouwseizoen de bitterheid bij te schaven, want hopbloemen verliezen na verloop van tijd een deel van hun bitterheid. Maar we zouden graag naar 100% bellen gaan. Om dat te verwezenlijken hebben we zopas in een nieuwe hopkoelruimte geïnvesteerd. Hierin kan 6 ton opgeslagen worden, zodat we heel het seizoen kunnen volmaken. Let wel: dat zou allemaal onmogelijk zijn mochten we ons niet kunnen bevoorraden dicht bij huis. Maar dankzij de contractuele overeenkomst met onze hopteler hebben we de hopbalen elk jaar ten laatste op 1 oktober. Dat en het feit dat we de balen zelf kunnen selecteren vormt een extra garantie voor kwaliteit.”
De brouwerij is in Wallonië gevestigd, net over de grens in Dottignies of Dottenijs. Was dat enkel voor het belastingvoordeel? Bacelle: “Nee, in feite heeft het weinig met financiële voordelen te maken, ook niet met subsidies of uitbatingsvoordelen. De reglementen worden hier trouwens ook strenger. Het heeft vooral met immobiliën te maken. Het was onze zoektocht naar een geschikt gebouw tegen een betaalbare prijs – vergeet ook niet dat we destijds alles uit eigen zak hebben moeten financieren – die ons over de taalgrens dreef. In Kortrijk was alles veel te duur voor ons. Bovendien was het pand dat we vonden ideaal: een oude textielfabriek met een royale kelder, perfect voor het plaatsen van lagertanks. Als men op die manier zijn droom kan realiseren is de Vlaming wel bereid om weer wat meer Belg te worden.”
Hoe is het succes van de brouwerij te verklaren zonder uitgekiende marketingstrategie? Volgens de initiatiefnemers is het succes gebaseerd op mond-aan-mondreclame. Het bier wordt gezocht en de bestaande klanten doen veel moeite om hun voorraadje in te slaan. Nino Bacelle beseft dat hij geluk heeft met zo’n cliënteel. Ook het feit dat de bieren geliefd worden door de sterrenchefs van ondermeer In de Wulf, Bartholomeus, Sel Gris en David Selen zorgt voor gratis reclame. Die renommee en de gunstige internationale persartikels zorgen bovendien voor export naar meer dan 30 landen. Die export staat intussen voor 50% van de productie.
Wat brengt de toekomst, een verdere uitbreiding? Bacelle: “Op korte termijn is een verdere uitbreiding van het gamma onbespreekbaar, omdat we op onze maximum capaciteit zitten, 5.000 hl per jaar. Maar er is wel een uitbreiding gepland tegen 2018. Tegen dan zou onze capaciteit moeten verdubbelen.” De Poperingse hopboeren zijn bij deze verwittigd.
Foto’s: De Ranke