Laat maar komen!
Het nieuws uit Brussel deed ons bijna van onze barkruk vallen: binnenkort zou alles tot 6% alcohol misschien onder het label “alcoholarm” mogen worden verkocht. Dat is dus… pakweg de helft van het Belgische bierlandschap. Van klassieke pintjes, fris witbier en saison tot ‘lichte’ abdijbieren – allemaal “alcoholarm”. Als dat geen cadeau is van onze vrienden in de wijnindustrie.
Natuurlijk was het te verwachten dat minister Frank Vandenbroucke daar niet meteen enthousiast over zou zijn. We stellen ons voor hoe hij het persbericht openslaat, zich verslikt in zijn glas kraantjeswater, en nu nog steeds tegen het plafond kleeft. Volksgezondheid boven alles, dat weten we. Maar soms mag een mens ook gewoon lachen met de logica van Europese regels.
Feit blijft: als dit doorgaat, opent het de deur naar een heel nieuw marketingverhaal voor brouwers. Waar de regels in elke lidstaat anders zijn en jarenlang moest worden gegoocheld met termen als “alcoholarm” (niet meer dan 1,2% in Nederland bijvoorbeeld) of “alcoholvrij” (niet meer dan 0,5% in meeste landen, maar dan weer 1,2% in Frankrijk), lijkt het erop dat de Europese wetgever nu plots veel royaler wordt – zij het dankzij lobbywerk van de wijnsector. Wij klagen niet. Als onze wijncollega’s met hun onderhandelingsmacht mee voor ons de deur openduwen, drinken wij daar graag een glas (alcoholarm) bier op.
Of de consument hier beter van wordt? Dat is een andere vraag. Maar het zou in elk geval de etikettenwinkel een stuk eenvoudiger maken. En laat ons eerlijk zijn: een Belgisch bier van 5,5% ‘alcoholarm’ noemen, klinkt nog altijd geloofwaardiger dan een fles wijn met 6%. Santé!