Abdijen doppen tegenwoordig hun eigen boontjes. Steun en giften van notoire en adellijke families zijn voltooid verleden tijd. Maar geen nood: in sommige gevallen leidt dat tot bewonderenswaardige resultaten, zoals bij de Nederlandse Trappisten van Zundert in Nederlands Brabant.
De Cisterciënzerabdij uit Zundert, gesticht onder de naam Maria Toevlucht, stamt niet uit de middeleeuwen, maar werd opgetrokken in 1899. In 1905 begonnen de monniken de boerderij De Kievit, die op hun landgoed gelegen was, zelf uit te baten. Dit landbouwbedrijf kende een tijdlang een b(l)oeiend verloop, maar werd toch almaar minder rendabel.
Nederlanders gaan niet over één nacht ijs, heet het. Monniken vormen daar geen uitzondering op. Toen de broeders van de abdij van Zundert merkten dat hun financiële onafhankelijkheid in het gedrang kwam, schakelden ze een externe audit in. Na een grondig onderzoek kwamen ze tot de slotsom dat landbouw en gastenverblijf te weinig geld in het laatje brachten: enkel bier kon een oplossing bieden, vooral ook omdat ze tot de “Orde der Trappisten” horen. De agrarische gronden werden omgeturnd in natuurgebied. Nobele beslissing, dat wel, maar ze bracht ook een aantal beperkingen mee. Er mocht bijvoorbeeld niet bijgebouwd worden om de brouwerij een onderkomen te geven.
STERK TEAM
Architect Ernst Joosten vond een oplossing in de open tas van de bestaande boerderij met zijn mooie hoge zadeldak. Eind juni 2013 waren de bouwwerken van de gloednieuwe brouwerij voltooid. Het brouwen kon beginnen. Op de website van Zundert lijkt het brouwproces erg simpel, maar in praktijk hebben de monniken echt wel hun tijd genomen om hun bier te brouwen. In praktijk werd er eerst geëxperimenteerd met kleine brouwhoeveelheden (batches) voor men zich waagde aan grotere batches tot men helemaal klaar was met het gewenste smaakprofiel.
De details, de exacte manier van mouten of het gebruik van kruiden en hop wordt niet toegelicht door de monniken. Die geheimhouding is begrijpelijk. Wel is bekend dat bierbrouwer Constant Keinemans een belangrijke rol heeft gespeeld in de creatie van het bier en dat hij de monniken nog altijd bijstaat in hun brouwactiviteiten. Henri Reuchlin van Bierburo hielp de broeders bij het zoeken naar een eigen packaging en positionering. Voor de kwaliteitcontrole wordt een beroep gedaan op Filip Delvaux en de brouwerij Westmalle. Twee trappisten leiden tegenwoordig de dagelijkse activiteiten in de brouwerij in goede banen: broeder Christiaan en broeder Guido.
UITGESPROKEN KARAKTER
De briefing die Keinemans en Reuchlin bij de aanvang kregen, was dat Zundert (de gemeentenaam werd naar trappistengebruik ook de naam van het bier) een sterk eigen karakter en profiel moest hebben. Iets eigenzinnigs dus en dat zit in het DNA van de abdij. Lang voordat er sprake was van bier, werd de broeders al een zekere “eigenzinnigheid” toegedicht. Zij hadden het destijds ook aangedurfd om, anders dan andere landbouwbedrijven, bijvoorbeeld te werken met een Frans ras van runderen met het oog op biologische veeteelt. Ook bij de keuze van een bierprofiel wilde men een nieuwe weg inslaan. Geloof ons vrij, een kopij is het allerminst geworden. Het bier wordt door de meeste biercritici omschreven als “verrassend”. Amberkleurig getint en licht kruidig met een donkerwitte tot eierschaalkleurige schuimkraag. Het aroma is niet te vergelijken met een andere trappist: impressies van rozijnen en gedroogde vruchten, hop, warme kruiden, toast, karamel voeren de boventoon. In de mond is de Zundert genereus met veel body, een toets van mout met een retro van kruiden en weer wat karamel. In de afdronk vinden we een vleugje bittere hop. De alcohol neemt nooit de bovenhand. Een rijk en gastronomisch bier dat het ontdekken meer dan waard is.
De gemeente Zundert is erg te spreken over het nieuwe trappistenbier. Het brengt letterlijk leven in de brouwerij en heeft voor een grotere naamsbekendheid van de gemeente gezorgd. De lokale horeca floreert, maar tegelijk hebben de broeders zich afgeschermd van het biertoerisme. De brouwerij bezoeken kan bijvoorbeeld niet. Bezoekers komen niet verder dan het hek. Hier wordt gebeden. Ora et labora. Men kan wel een bezoek brengen aan de abdijwinkel die vroeger nog bio-rundvlees verkocht. Nu is dat, u raadt het, voornamelijk trappistenbier.
Foto’s: Bart Van der Perre