We staan aan de vooravond van de hoogmis van het Belgische bier, het ‘Belgisch Bier Weekend’. Dit evenement is een ode aan het Belgische gerstenat en het leven, een zalig feest voor iedereen die van Belgisch bier houdt. Maar alles is niet rozengeur en maneschijn. Laten we even stilstaan bij de plannen van de uittredende regering. Ze willen de kruistocht tegen genotsmiddelen in het algemeen en tegen alcohol in het bijzonder intensifiëren met het alcoholplan. Op de site van gewezen minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) kan u het nalezen: “Het werk is echter nog niet af met dit plan. Alle acties in dit plan moeten volledig worden uitgevoerd, zodat we voor de jaren 2026-2028 met aanvullende acties kunnen komen.” Dit voorspelt weinig goeds voor de burger die van een goed glas gerstenat houdt en zich niet verliest in excessen.
De houding doet denken aan die van Béla Kun. Een Hongaarse politicus van communistisch signatuur die in 1919 de macht greep en hoofd werd van de Hongaarse Radenrepubliek. Op 22 maart 1919 stelde hij een dans- en alcoholverbod in. Deze maatregel (en ook het financiële wanbeheer) zorgde ervoor dat zijn heerschappij van korte duur was. Admiraal Miklós Horthy greep de macht en later kwam het land onder de invloed van het opkomend fascisme, met als hoogte/laagtepunt het bewind van de Pijlkruisers. Moraal van het verhaal: laat mensen vrij en laat ze zelf beslissen wat goed en slecht voor ze is. Laat ze genieten van een goed glas bier en van het leven. Op een ‘betutteloverheid’ zit echt niemand te wachten. Zulk beleid leidt tot extreme reacties en speelt het populisme in de kaart.
PS: Béla Kun vluchtte naar de voormalige Sovjetunie. Waar hij het zo bont maakte dat hij zelf door de Russische Communistische Partij werd uitgespuwd.
