met Birra Artigianale
Elk zijn zin, maar dat de zomer voor velen bij ons toch wat aan de korte kant is, zullen toch velen beamen. Er en stukje aan beien door even zuidwaarts te trekken tijdens de herfst, is dan ook best aangenaam. Enig nadeel als bierliefhebber, is dat je dan meestal in een wijnland terecht komt. Een aanbod artisanaal bier is er meestal wel, maar het is toch iets meer zoeken om het te vinden en dan helpen we je graag wat op weg. Ons oog viel niet helemaal toevallig op Sardinië. Dit Italiaans eiland heeft een bierconsumptie per capita dat zelfs iets boven het Belgisch gemiddelde ligt en bijna drie keer hoger dan op het Italiaanse vaste land. Daar moest toch wel wat interessants te rapen vallen. En ja hoor, die Sarden drinken echt niet enkel Ichnusa, de lokale lager uit de ketels van Heineken. Enkele aanraders …
Van Cagliari trekken we meer naar het noorden, voorbij een van de mooiste natuurgebieden van Sardinië, het nationaal park van Gennargentu en de Golf van Orosei. In het dorpje Irgoli zit een ander ‘fenomeen’ van de Sardische bierscène. Mauro en Giuseppe hebben met de opstart van Marduk Brewery in een hels tempo een passie laten uitgroeien tot een autonoom bedrijf om ‘U’ tegen te zeggen. Het begon allemaal in 2007 met wat hobbybrouwsels om wat anders te kunnen hebben dan het commerciële bier dat ze makkelijk verkregen en eigenlijk vooral gemaakt was om te ‘drinken’. Ze wouden een product dat het ‘degusteren’ waard was.
Zes jaar later starten ze met hun eigen brouwerij in Irgoli en nog eens 6 jaar later produceren ze daar naast bier ook hun eigen mout en telen ze er Columbus en Cascade twee Amerikaanse hopsoorten die er mits de juiste zorg goed gedijen. Irgoli ligt ongeveer op dezelfde noorderbreedte als Yakima Valley en geniet bijna hetzelfde klimaat … helemaal onlogisch was de keuze voor deze aromatische hopsoorten met een uitgesproken citrus toets dus zeker niet.
Vandaag beschikken ze over een brouwerij die nagenoeg autonoom is. De mout komt voor 95% van zelf geteelde gerst die ter plaatse in een kleine mouterij wordt verwerkt. Enkel voor de erg speciale mouten grijpen ze naar het aanbod van andere mouterijen, gezien hun kleinste badge 1 ton is, en ze met die hoeveelheid van bijvoorbeeld chocolademout ruim 100 jaar zouden toekomen. Zo kunnen ze al hun basismouten (pils, vienna, munich en pale) perfect maken volgens de specificaties die zij wensen voor hun bieren. Ze kiezen er doorgaans voor om te gaan voor mouten die een hoge vergistbaarheid zullen opleveren om droge en uiterst drinkbare bieren te bekomen.
De hop wordt ook zelf geteeld, gedroogd en verpakt. Pelletiseren doen ze (nog) niet. De bloemen worden enkel gedroogd, gemalen en meteen vacuum verpakt in stevige zakken van een naburig vleesbedrijf (geschikt voor ‘voeding’ m.a.w.). Dat zo’n brouwerij jaarlijks met een ‘fresh harvest’ op de proppen komt is dan ook niet verwonderlijk. We waren jammer genoeg net een week te vroeg voor de release. Met groene hop werken ze echter niet gewoon omdat ze de smaak ervan zelf niet zo waarderen.
Voor de gist werken ze momenteel nog met korrelgist maar ook daar zou wel snel verandering in kunnen komen. Het water dat komt van de leiding en passeert enkel een filter. Plaatselijk genoeg en vooral een besparing van een hoop miserie met analyses, vergunningen, … Het is bovendien van uitstekende kwaliteit dus waarom moeilijk doen.
Wat die mannen in zo’n korte tijd hebben gerealiseerd verdient gewoon enorm veel respect. Geen evidentie om zonder landbouwachtergrond zomaar even wat hop en gerst te beginnen telen. Dan ook nog eens beslissen om het moutproces onder de knie te krijgen en de daarvoor nodige investeringen doen … chapeau. Bovendien blijven ze stevig investeren in functie van de verbetering van de kwaliteit en verkoopbaarheid van hun bier. Professioneel materiaal en gezien de Italiaanse consument blijkbaar toch nog een zekere aversie heeft voor ‘onhelder’ bier werd recentelijk een centrifuge in gebruik genomen en wordt gekeken of er kan worden afgestapt van hergisten in fles en vat en naar saturatie met CO2 te gaan.
Lokaal, korte keten tot het extreme doorgevoerd en de cirkel wordt echt zo goed mogelijk afgesloten. Het landbouwbedrijf werd aangevuld met wat dieren die zich tegoed doen aan het hooi van de velden en de draf van de brouwsels en in ruil de mest leveren voor de gewassen. Binnen een beperkte tijdspanne zullen ze echter ook het vlees leveren voor in de geplande proefruimte. Excuses aan alle vegetariërs, maar zo zie je dat die dieren wel degelijk ook kunnen passen in een verantwoorde ‘circulaire economie’. Eigenlijk kan de wereld rondom vergaan, Marduk kan zelfstandig verder blijven functioneren en ons van bier (en meer) voorzien.
Wat die bieren betreft, wordt ingespeeld op de meest relevante bierstijlen met een gamma van 6 permanente bieren aangevuld met enkele ‘seasonals’. Eigen interpretaties van Pils, Pale Ale, IPA, … waar sinds de recente rebranding telkens het adjectief ‘Sardinian’ aan werd toegevoegd. Want ja, als alles van bij Marduk zelf komt, is er toch niet veel meer ‘American’ aan die IPA of ‘Bohemian’ aan die pilsner.
Waar de vreemde naam van de brouwerij vandaan komt … een bronzen beeldje gevonden tijdens ‘excavaties’ in de buurt. Een voorstelling van Marduk, een Mesopotamische godheid. Dat de oorsprong van bier in Mesopotamië zou moeten worden gezocht gaf hen de aanzet, maar ook het feit dat Marduk standaard met 4 ogen wordt voorgesteld was doorslaggevend. Mauro en Giuseppe willen hiermee namelijk duidelijk maken dat ze verder gaan dan hetgeen het gewone oog kan zien. Ze gaan ‘all the way’, het is niet enkel blijk en schijn, er zit een filosofie achter en authenticiteit is voor hen absoluut geen vaal begrip.
Lees ook deel 1