Bier speelt een opmerkelijke rol in Vlaanderens bekendste stripreeks. Met een personage als Lambik, de verschijning van de drankduivel en de Droge Levers, een albumtitel als De koning drinkt, een personage in de vorm van een dronken spook én een Franstalige tegenhanger – Bob (!) et Bobette – hoeft u dat natuurlijk niet te verwonderen. Onze redacteur dompelde zich onder in de strips van Suske en Wiske op zoek naar bier.
Lievelingsdrank Lambik
Suske en Wiske. In onze streken zijn maar weinig duo’s zo bekend als deze twee jonge stripfiguren. Op Batman en Robin en Laurel en Hardy na misschien, maar die zijn niet ‘van bij ons’. Suske en Wiske zijn de bedenksels van Willy Vandersteen (1913 – 1990), geboren en getogen in de Seefhoek, een wijk die zoals u weet vernoemd is naar het plaatselijke bier: het Seefbier. (Bierfeit 1) Vandersteen bouwde tijdens zijn hele carrière een heel stripimperium uit hoewel zijn leerkrachten plachten te zeggen: “Het enige waar jij goed in bent, is tekenen en opstellen schrijven, maar daar kan je later immers toch nooit je brood mee verdienen!” Suske en Wiske zijn de bekendste van zijn strips. In het Frans, Italiaans, Spaans, Deens en zelfs het Swahili luisteren ze naar de namen Bob en Bobette. Inderdaad, Bob, net zoals in de bekende campagnes tegen drank in het verkeer. (Bierfeit 2) In 1945 verscheen de allereerste Suske en Wiske, volkse afkortingen van de namen François en Louise. (Eerlijkheid gebiedt ons echter te zeggen dat Suske toen nog onder de naam Rikki door het leven ging.) De reeks werd meteen een gigasucces door de herkenbare situaties, de linken naar folklore, geschiedenis en mythologie, de humor en spanning en het volkse karakter. Vandersteen – door Hergé ‘de Brueghel van het beeldverhaal’ genoemd – zei daar zelf over: “Het succes was o.a. toe te schrijven aan het tijdstip. Na vijf jaar oorlogsmisère hadden we behoefte aan iets luchtigs, iets ontspannend. Geen zwaartillende literatuur, we hadden in de oorlog allemaal zelf romans genoeg meegemaakt. We hadden behoefte aan een glimlach bij het ontbijt. In de tweede plaats kregen Suske en Wiske een eigen volksaard mee. Als er gehekeld wordt, dan is dat een soort hekelen zoals de volksmens dat doet: goedmoedig kafferen op lokale wantoestanden. Humor is de zalf van grauwe tijden.” Het bekendst zijn de strips misschien nog wel om hun veelal allitererende titels, genre De snorrende snor, De wilde weldoener, De sissende sampan en De koddige kater (Bierfeit 3?).
Voor we de grote bierzoektocht aanvatten in de albums, geven we graag nog twee weetjes mee. In Kalmthout (waar Studio Vandersteen gevestigd is) kan je het plaatselijke Turfbier drinken dat steevast geserveerd wordt op bierviltjes met daarop Suske en Wiske en in 2010 wekten zes vrouwelijke leden van de Objectieve Proefajuinen Aalst (OPA) een nieuw bier tot leven: het Wiske, genoemd naar de stripheldin. Geen kindbiertje, wel een Special Belge.
De koning drinkt bier, misschien wel lambiek
Wie komen we in het tweede album – Het eiland Amoras – voor het eerst tegen? Ene Lambik, vernoemd naar Willy Vandersteens lievelingsbier Gueuze Lambik! (Bierfeit 4) Vandersteen woonde een tijdje in Anderlecht. Lambik is een kale – pardon, hij heeft letterlijk zes haartjes – ietwat domme, verwaande, opvliegende, koppige en verwaande loodgieter annex detective die voortdurend ‘Miljaar!’ roept en niet zelden iets te diep in het bierglas kijkt. Zo belandt hij geregeld dronken in de cel. Zijn grootoom Hippoliet lust dan weer graag jenever en eindigt aldus als de voetveeg van zijn herbergierster, Moeder Kee. Maar goed, terug naar het bier. In De koning drinkt dat van 1 juli 1947 tot en met 7 november 1947 in de krant verscheen vloeit er veel. Het album bevat subtiele verwijzingen naar de Koningskwestie en Vandersteen maakte er geen geheim van dat hij zich liet inspireren door “De Koning Drinkt” , het bekende schilderij van Jacob Jordaens waarop je de koning vrolijk met het plebs een kruik ziet klinken. (Bierfeit 5) In De koning drinkt is koning Poefke – van drinken op de ‘poef’ (Bierfeit 6) – ziek. Niemand weet wat hij heeft. Wiske ontdekt echter dat de koning een droge lever (Bierfeit 7) heeft en ze brouwt daarom zelf bier – een export – als ze hoort dat dat niet in het land aanwezig is. De koning geneest en wil dat iedereen bier gaat drinken in het land. Leve de bierwet (Bierfeit 8)! Hij noemt zijn volk de Kannekijkers (Bierfeit 9) en jaagt zijn dokter Sigisbald weg als hij ziet dat die het volk opruit tegen het bier. Poefkes grote concurrent, de gierige koning Cactus, smaakt het bier ook en wil koste wat het kost het recept te pakken krijgen. Het komt tot een duel, maar als ze in een lading bier (Bierfeit 10) belanden sluiten de twee alsnog vriendschap. Kortom, lieve kindertjes, bier is goed voor u! Hoewel…
Antigoon is zeker niet anti-drank
Hoofdpersonage Suske is het achter-achter-achter-achterkleinkind van Sus Antigoon, de ontdekker van het eiland Amoras. In de stripreeks duikt hij meermaals op als spook met een drankprobleem. (Bierfeit 11) Hij heeft een kurkentrekker door zijn hoofd en is geketend aan een fles Chateau Migraine Vinaigre. Op zijn grafsteen valt te lezen: “Hij leerde zijn volk eten, maar dronk zich dood.” Je kan hem trouwens in al zijn glorie gaan bewonderen op de stripmuur aan de Antwerpse Korte Ridderstraat 8. Sus Antigoon brengt onze lievelingshelden niet zelden in gevaar vanwege zijn dronkenschap.
Voor een regelrecht bierverhaal à la De koning drinkt is het echter wachten tot De nerveuze Nerviërs dat van 21 december 1963 tot en met 1 mei 1964 in De Standaard en Het Nieuwsblad werd gepubliceerd. Wie spelen daarin een opvallende rol? De kwade bosgeesten, Twistorix, Pintorix (Bierfeit 12) en Zanziorix, die 2000 jaar geleden door een druïde van de Nerviërs werden opgesloten in een grot. Die krijgen Suske en Wiske te pakken. Om aan het geweld van Jerommeke te kunnen ontsnappen proberen de geesten hem met een dobbelspel, muziek en bier (Bierfeit 13) over te halen om niet te vechten. Echter, Jerommeke is een asceet en geeft niet toe. Wat Lambik wat later in het verhaal dan weer wel doet en door de bosgeesten maar al te makkelijk dronken wordt gevoerd. Verderop verstoppen de geesten allemaal biertonnen (Bierfeit 14) in het bos. Kortom, al bier wat de klok slaat in dit album. Maar goed, eind goed al goed.
De drankduivel en keizer Karel
Lambik wordt trouwens ook in De stoute steenezel dronken gevoerd. Door de drankduivel (Bierfeit 15). Dat album dateert uit 1979 en is niet meer van de hand van Willy Vandersteen, maar wel van zijn opvolger Paul Geerts. Andere slachtoffers van de drankduivel zijn de veldwachter en de steenbakker die maar al te graag en al te vaak in het café hangen. De steenbakker verliest zijn vrouw in een ongeluk en de vrouw van zijn beste vriend Dorus sterft enkele dagen later van verdriet waarop de mannen het door hun schuldgevoel, en met een beetje hulp van de drankduivel op een zuipen zetten. Enig verwijtend vingertje is Paul Geerts niet vreemd. Geef ons dan maar De koning drinkt of De pottenproevers.
De pottenproevers is net als De koning drinkt een mooi bier-album. Het verwijst naar de legende van ‘de pot met drie oren’ (Bierfeit 16). Die legende rust voor een klein deel op waarheid – er heerste inderdaad op sommige plekken in de negentiende eeuw een verplichting voor herbergiers om bier te tappen in potten met drie oren – en voor een groot deel op fantasie. Het verhaal gaat als volgt: Keizer Karel bezoekt het Kempische Olen. In Olen dronken de boeren bier uit potten zonder oor. Omdat de keizer dat onbeleefd zou vinden besloten ze voor hem een pot te maken met een oor. Toen hij het dorp bezocht nam de waard de pot bij het oor en reikte die zo aan de keizer aan. De vorst kon dus niet anders dan de pot vastnemen met blote handen. De keer daarop werd dan maar een pot gemaakt met twee oren. En ja, u raadt het al. ook die wordt verkeerd aangeboden. Daarna volgde een versie met drie poten, maar wat deed de waard? Hij bood de pot aan met een van de oren naar zijn eigen buik gericht! Weer verkeerd! Domme domme Olenaren! In De pottenproevers duiken naast onze vaste helden en keizer Karel ook bendeleider Schrale Pier (Bierfeit 17), manusje van alles Mane Gort (Bierfeit 18) en herbergier Jef Pot (Bierfeit 19) op. In het verhaal is het Lambik die vaststelt dat er een pot met drie oren moet voorzien worden en is hij de domoor van dienst die de Keizer de pot op de verkeerde manier aanbiedt. Of volgende albums iets met bier te maken hebben – zoals eventueel uit de titels zou afgeleid kunnen worden – mag u zelf ontdekken: De koddige kater, De dolle musketiers, De dulle griet, Fata Morgana, De groffe grapjas, De irritante imitator en… In de ban van de milt!
JOOST HOUTMAN & LUC DE RAEDEMAEKER
Foto’s © Bart Van der Perre